Als ik door het raam kijk, zie ik een heerlijk winters gerijmd landschap. Ik trek mijn warme jas en handschoenen aan en stap naar buiten met verwachtingsvolle goesting de frisse heldere lucht inademend. Terwijl mijn zintuigen zich met de natuur om mij heen verbinden, klop ik mijn lijf zachtjes wakker langs de verschillende meridianen. Ik verdrijf de laatste muffe slaaplucht uit mijn longen door diep in en uit te ademen.
Ik hurk en sluit mijn ogen. Hier en daar protesteert een stijf gewricht. Een spanning tussen mijn schouders trekt de aandacht. Ik registreer mijn fysieke gewaarwordingen en wacht.
Langzaam voel ik hoe mijn bekken zich ontspant en ik als het ware dieper in mijn lijf zak. Ik word mij bewust van de aarde onder mijn voeten en voel de uitnodigende roep om te landen op deze plek.
Terwijl ik een deel van mijn focus parkeer bij mijn lichaam en de dragende aarde, stem ik mij af op de stilte tussen en achter de geluiden om mij heen. De stilte toont zich als een zachte sliert die tussen mijn waarnemingen en gedachten slingert en breder en breder wordt tot alles rust in een teder uitgestrekt bed. Een netwerk dat mij geruisloos maar helder verbindt met alle facetten van mijn werkelijkheidsbeleving. Mijn blik verzacht, verruimt en ik glijd naadloos in een vijver van bewustzijn waarin ‘ik’- en ‘Al’-belevingen spontaan in elkaar overvloeien.
Ik lees mijn lichaam, mijn persoonlijke gazet, die mij dag na dag, op ieder gewenst tijdstip, informeert over wat er gaande is in het leven.
Een onrust in mijn buik toont zich. Een vage angst. De neiging om op te staan en weg te lopen. Ik duik dieper. Ik besef dat ik er mij even van bewust was dat passanten mij kunnen zien en dat het een vreemde aanblik moet zijn om mij zo gehurkt in mijn tuintje te zien zitten. Ik proef van de verschillende schakeringen in het gevoel dat dit in mij oproept. En omarm. Welkom, zeg ik in gedachten tegen het gevoel, welkom, je hoort er vandaag ook bij. Ik kijk innerlijk naar het stukje in mij dat oordeelt over de situatie. Ook aan jou, welkom. In de vijver van vervloeid bewustzijn nemen ze hun plek in en deinen uit.
Ik voel hoe ik terug dieper zak in mijn lijf en mijn aanwezigheid voller wordt.
Mijn aandacht drijft nu naar de spanning tussen mijn schouders. Ik voel de druk van wat ik nog allemaal te doen heb. Terwijl de spanning milder wordt onder mijn warme focus, peil ik dieper naar het stukje in mijn persoon dat er last van heeft. Een vage associatie met mijn moeder popt op. Ik voel verder en ervaar nu de angst te veel afgeleid te zijn en mijn tijd niet nuttig te gebruiken. De energie waaiert uit en een volgende laag komt naar boven: de angst dat mijn leven op een dag voorbij zal zijn en ik niet gedaan zal hebben wat ik in het leven had willen doen. Welkom. Mijn schouders verzachten. De angst verdwijnt. Genietend laat ik mij verder drijven in de vijver van stil bewustzijn.
Plots komt de gedachte in mij op om een blog te schrijven over mijn ochtendervaring. Prompt voel ik een kolkende beweging rechts van mijn hart. Enthousiasme. Drang naar actie. Ik voel hoe ik uit mijn lichaam naar voor getrokken wordt. Ik blijf observeren. Het contact met mijn kern is verdwenen en dat voelt niet fijn. Ik omarm. Een weldadige rust overspoelt mij. Ik zak terug in mijn lijf en een helderde doelgerichtheid ontvouwt zich.
Het voelt voor nu goed. Er is harmonie, er is levensgoesting in mijn hart.
Ik bedenk welke dag we zijn vandaag. Dinsdag 7 februari 2023. Ik zeg de datum luidop en maak contact met de dag. Voel hoe de heldere doelgerichtheid en inspiratievolheid zich uitstrekt in het veld van de dag. Welkom dag, welkom alles wat je met je mee brengt en welkom aan alles wat zich in mij als antwoord zal ontvouwen. Ik ben er klaar voor.
Ik sta op en wandel goedgemutst de dag in.